Otto Duintjer studeerde theologie en filosofie, promoveerde bij Cees van Peursen aan de Universiteit Leiden en werd hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Hij was een veelzijdig filosoof die zich niet alleen verstond met de continentale filosofie, de analytische en politieke filosofie, maar die ook een spirituele levensweg propageerde en praktiseerde. In al deze disciplines schreef hij boeken en artikelen, gaf bevlogen colleges, en was zichtbaar en toegankelijk in het studentenleven in Amsterdam. Hij inspireerde zodoende veel en heel verschillende studenten, begeleidde diverse promoties en kan gerekend worden tot een van de belangrijkste spirituele filosofen in Nederland. Otto Duintjer overleed op 23 november 2020. Nu, in het voorjaar van 2022 wordt er een symposium gewijd aan zijn filosofie.
11:30 | Welkom door de ochtend-voorzitter Renée van Riessen en opening door Manon Duintjer |
12:00 | Gerard Visser – De vraag naar het transcendentale |
12:45 | René van Woudenberg – Duintjers gebruik van de analytische filosofie |
13:30 | Lunchpauze |
14:15 | Hans Gerding – Voorbij onze rationeel-empirische bewustzijnspositie |
15:00 | Jan Bor – Duintjer over de spirituele weg |
Gerard Visser
Otto Duintjer promoveerde in 1966 op een indrukwekkend proefschrift, getiteld De vraag naar het transcendentale. Vooral in verband met Heidegger en Kant. Hij onderzoekt daarin de herkomst van het begrip ‘transcendentaal’ in de scholastieke metafysica en de transformaties ervan bij Kant en Heidegger, waarbij zijn grootste aandacht uitgaat naar het denken van de laatste. Ik zal in mijn lezing de centrale bevindingen uit het proefschrift samenvatten en laten zien hoe nauw Duintjers eigen latere spirituele filosofie bij de traditie van een transcendentale wijsbegeerte aansluit.
Gerard Visser promoveerde in 1987 bij Duintjer. In 2002 schreef hij over diens werk het essay ‘Of er van buitenaf iets op de muur tikt – Een situering van het werk van Otto Duintjer’. Hij doceerde van 1985 tot 2015 cultuurfilosofie in Leiden. Momenteel werkt hij aan de afronding van een trilogie over het motief van gelatenheid, waarvan twee delen verschenen: Gelatenheid. Gemoed en hart bij Meister Eckhart (2008) en Gelatenheid in de kunst. Nijhoff, Braque, Kawabata (2018).
René van Woudenberg
Duintjer was geïnteresseerd in de analytische filosofie (van Wittgenstein, Carnap, Richard Taylor) omdat die hem de gelegenheid bood dingen aan de orde stellen die voor hem wezenlijk waren, en die anders niet zo eenvoudig aan de orde gesteld zouden kunnen worden, namelijk de sfeer van het ‘rondom’, de sfeer van het ‘onuitputtelijke’. Ik ga na hoe Duintjer van analytische filosofie gebruik maakte, en ga vervolgens in op wat hij inhoudelijk betoogde, c.q. zichtbaar wilde maken.
René van Woudenberg is hoogleraar kentheorie en metafysica aan de Vrije Universiteit. Recent publiceerde hij The Epistemology of Reading and Interpretation (Cambridge University Press, 2021) en met Rik Peels de Cambridge Companion to Common-Sense Philosophy (Cambridge University Press, 2021). Binnenkort verschijnt van hem het boekje De toekomst is geen vreemde. Waarom er meer zeker is dan we denken.
Hans Gerding
Wat Otto Duintjer een ‘rationeel-empirische bewustzijnspositie’ is gaan noemen, staat niet alleen voor een academische grondhouding, maar ook voor een wijze van mens-zijn die in onze cultuur overheersend is geworden. Vereenzelviging daarmee kan belemmerend werken wanneer het leven ons in contact brengt met voedende en betekenisvolle ervaringen in dromen, het astrale, het paranormale, het mystieke en subtiele vormen van lichamelijkheid.
Hans Gerding promoveerde in 1993 bij Otto Duintjer op het proefschrift Kant en het paranormale. Hij is emeritus hoogleraar Metafysica in de geest van de theosofie (Instituut voor wijsbegeerte, Universiteit Leiden) en deed wetenschappelijk onderzoek aan het Parapsychologisch Instituut te Utrecht. Vanuit wetenschap en filosofie onderzoekt hij grenservaringen.
Jan Bor
Toen Otto Duintjer professor werd in Amsterdam en ik er studeerde, kruisten onze paden zich. We voerden lange gesprekken, zoals vrienden dat doen. Later hebben we de draad ervan weer opgepakt. Deze dialoog klinkt mee in mijn verhaal over Duintjers spirituele weg en zijn gedachten daarover. Na een lang rijpingsproces zijn deze prachtig opgeschreven in zijn laatste boek Onuitputtelijk is de waarheid.
Jan Bor is filosoof. Hij studeerde bij Otto Duintjer en promoveerde bij Cees van Peursen. Zijn laatste boek is Modern modern. Nu werkt hij aan een boek over een vergeten aspect van de waarneming.