Feliphe Schiarolli

Onderwijsfilosofie

  • Datum: vrijdag 1 november 2024
  • Tijd: 11:15–17:00 uur
  • Sprekers: Hester IJsseling, Joop Berding, Anouk Zuurmond en Govert de Vrieze
  • Locatie: Universiteit Leiden, P.J. Vethgebouw, zaal 1.01 (Rapenburg 73)
  • Toegang: Vrijwillige bijdrage. Aanmelden is niet nodig.

In deze tijden van haast en rendementsdenken staat de tot bedaren brengende filosofische reflectie onder druk. Dit heeft niet alleen zijn weerslag op het filosofieonderwijs, maar verdrukt ook de filosofische reflectie op het onderwijs zelf. Dat terwijl juist de vragen en problemen rondom het onderwijs groter worden: de politiek blijft bezuinigen op onderwijs, maar snakt tegelijkertijd naar innovatie, universiteiten worden kennisfabrieken en informatie wordt onbetrouwbaarder.

Tijdens dit symposium maken we pas op de plaats en staan we stil bij het onderwijs zelf. Wat is onderwijs eigenlijk? Wat behoort onderwijs te zijn? Hoe moeten we onderwijzen in en over deze tijd? Vier sprekers zullen een ruimte bieden voor deze vragen, geworteld in de filosofische traditie en met oog voor de maatschappij van vandaag.

11:00Deuren open
11:15Opening door dagvoorzitter André van Delft
11:30Hester IJsseling – Worden wie je bent. Pindaros, Herakleitos, Nietzsche
12:30Joop Berding – Vorming als vrijheid. De onderwijsfilosofie van Cornelis Verhoeven
13:30Lunchpauze
14:30Anouk Zuurmond – Waarom maken we van scholen geen bedrijven? Filosofische reflecties op onderwijs en markt
15:30Govert de Vrieze – Onderwijs voor een ongekende tijd
16:30Plenaire discussie

Hester IJsseling

Worden wie je bent. Pindaros, Herakleitos, Nietzsche

Het motto ‘Worden wie je bent’ doet in onderwijsland veelvuldig de ronde. Vaak is daarbij de suggestie dat er zoiets is als je ware aard of je eigenlijke zelf, en het zou dan de taak van leraren zijn om in elk kind dat ware zelf naar boven te halen en tot bloei te laten komen. Maar er is meer aan de hand met die woorden. Hester IJsseling keert terug naar de dichter Pindaros (5e eeuw voor onze jaartelling) die de woorden voor het eerst op deze manier met elkaar verbond, en gaat te rade bij de veel latere Friedrich Nietzsche (19e eeuw), die er een eigen draai aan gaf, mede geïnspireerd door spreuken van Herakleitos (6e eeuw v. Chr.). Op grond van die bronnen probeert IJsseling iets zinnigs te zeggen over wat de zinsnede ‘worden wie je bent’ een leraar vandaag de dag te denken zou kunnen geven.

Hester IJsseling is een filosoof met ruime ervaring in onderwijs aan jonge kinderen, sinds 2017 werkzaam als lector Professionaliseren met hart en ziel aan Thomas More Hogeschool Rotterdam, een lerarenopleiding voor het primair onderwijs. Haar werk cirkelt rond de vraag: hoe iemand z’n weg vindt in het leven (‘hoe je wordt wie je bent’) en welke rol leraren spelen bij (het begin van) die zoektocht. In 1997 promoveerde zij aan de Universiteit van Amsterdam op een filosofisch proefschrift Over voorwoorden. Hegel, Kierkegaard, Nietzsche.

Joop Berding

Vorming als vrijheid. De onderwijsfilosofie van Cornelis Verhoeven

Cornelis Verhoeven (1928-2001) was een belangrijke Nederlandse filosoof van de twintigste eeuw, auteur van een groot aantal werken waaronder vertalingen van antieken en klassieken en laureaat van de P.C. Hooftprijs. Zijn werk dreigde wat in de vergetelheid te raken maar staat sinds een jaar of twee weer volop in de belangstelling. Een groot deel van zijn werkzame leven was Verhoeven leraar op een middelbare school. Hij heeft, van binnenuit als het ware, een groot aantal publicaties over het onderwijs het licht doen zien. Een kernpunt daarin is dat de vorming van leerlingen zich, in tegenstelling tot hun opleiding, aan de macht van de leraar onttrekt. Vorming is een proces van vrijheid, van de mogelijkheid om ‘ja’ of ‘nee’ of ‘misschien’ te zeggen. In mijn lezing presenteer ik na een korte introductie in het leven van Verhoeven de kern van zijn onderwijsdenken. Centraal staat de recent door mij bezorgde heruitgave van zijn belangrijkste boek op dit gebied: Tractaat over het spieken (or. 1980). Behalve over vorming gaat het daarin over verwondering, eruditie en het genieten van onderwijs. Tot slot van mijn betoog zal ik aangeven waar de actualiteit van Verhoevens denken ligt met het oog op prangende problemen in het onderwijs.

Joop Berding werkte in en rond het onderwijs, promoveerde in 1999 op de pedagogiek van John Dewey en publiceerde zo’n 25 boeken, waaronder twee over Verhoeven en vele artikelen en boekhoofdstukken op pedagogisch-filosofisch gebied. Een overzicht is te vinden op www.joopberding.com.

Anouk Zuurmond

Waarom maken we van scholen geen bedrijven? Filosofische reflecties op onderwijs en markt

Er verschijnen de laatste tijd regelmatig kritische publicaties over de vercommercialisering van het onderwijs, die vaak sluipenderwijs verloopt: de enorme toename van schaduwonderwijs, de invloed van grote uitgevers, de rol van Big Tech – de vraag is wat er op die manier eigenlijk nog overblijft van het publieke karakter van ons onderwijs. In 2021 constateerde de Onderwijsraad al in een alarmerende publicatie met de titel Publiek karakter voorop dat dit een terechte en urgente vraag is: publiek onderwijs en private instellingen raken steeds meer verstrengeld en dit brengt risico’s met zich mee op het gebied van de onderwijskwaliteit en zeggenschap. Maar wat zijn precies de morele bezwaren die we kunnen formuleren tegen de toenemende privatisering van ons publieke onderwijssysteem? In mijn bijdrage wil ik dit onderzoeken aan de hand van denkers als Michael Sandel, John Rawls en Simone Weil, die ieder een eigen perspectief hebben op dit vraagstuk.

Anouk Zuurmond is universitair docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam en werkzaam op het gebied van de onderwijsfilosofie. Ze is bezig met het thema burgerschap in het beroepsonderwijs en ze werkt aan een boek over filosofische perspectieven op privatisering met de werktitel Waarom maken we van scholen geen bedrijven?

Govert de Vrieze

Onderwijs voor een ongekende tijd

De klimaatcrisis is inmiddels een vertrouwd thema in het maatschappelijk debat en een realiteit die ook voor studenten en scholieren een bekend gegeven is. Maar waarover spreken we eigenlijk als we het hebben over de klimaatcrisis? Ruim veertig jaar geleden maakte de Amerikaanse socioloog William Catton de afweging om niet langer te spreken over een crisis, maar over the unfathomed predicament of mankind. Op die manier wilde hij duidelijk maken dat het overschrijden van de draagkracht van de aarde volgens ecologische wetmatigheid zal leiden tot onafwendbare problemen. En dat toekomstige generaties meer dan ooit de gevolgen zullen ondervinden van beslissingen die door anderen zijn genomen. De veranderingen waarmee we in de komende decennia te maken krijgen zullen het leven van onze kinderen en kleinkinderen zó ingrijpend veranderen, dat het vrijwel letterlijk onvoorstelbaar is.

How then shall we live? Wat betekent het om te leven in deze raadselachtige tijd? Wat hebben we onze kinderen mee te geven? En wat betekent dit alles voor leraren, schoolleiders, voor het onderwijs aan een nieuwe generatie?

Govert de Vrieze studeerde onder meer theologie en filosofie. Hij werkt als docent-onderzoeker bij Hogeschool Leiden (faculteit Educatie) en bij Penta Nova, academie voor schoolleiders. In zijn werk houdt hij zich vooral bezig met de betekenis van onzekerheid en kwetsbaarheid als onderdeel van het professionele handelen van leraren en schoolleiders.