Over de bronnen van het zelf en de wereld
Vrijwel alle religies hebben scheppingsverhalen waarin wordt nagedacht over de oorsprong van mens en wereld. Hoewel ze wetenschappelijk geen verklaring bieden voor het ontstaan van het universum, bevatten ze vaak interessante filosofische inzichten en spirituele wijsheid. Westerse en oosterse filosofie putten beide ook uit scheppingsverhalen en mythen over het begin. Plato’s demiurg, het Bijbelse Genesisverhaal, de Indiase Vedische scheppingshymnen hebben alle het latere filosofische en culturele denken gevormd. Als bronnen van levensfilosofie hebben deze verhalen dan ook nog steeds zeggingskracht.
Theo van Leeuwen laat zien hoe de Vedische scheppingshymnen verwijzen naar diepere structuren van ons bewustzijn. Esther de Paauw neemt ons mee in een nieuwe visie op de christelijke scheppingsleer die ons als mensen inbedt in het geheel van het universum en zo aanknopingspunten biedt voor hedendaagse ethische en politieke thema’s.
Theo van Leeuwen
De oudere Vedische hymnen bevatten veel verwijzingen naar de oorsprong van het universum. Theo van Leeuwen zal ingaan op de zogenaamde Hymne van de Schepping (RigVeda 10. 129) en deze van filosofische kanttekeningen voorzien. Wat kunnen we leren van deze oude Indiase oorsprongsmythen? De spirituele, religieuze en occulte aard van de oude Vedische cultuur is net zozeer deel van onze menselijkheid als de materialistische, technologische, wetenschappelijke visies die in onze tijd domineren. Herbergen we niet immers allemaal nog steeds onze oude voorouders in de diepten van onze psyche?
De Zwitserse cultuurfilosoof Jean Gebser geeft in zijn boek Ursprung und Gegenwart een interessante visie over hoe de geschiedenis in ons als structuren van bewustzijn nog levend is. Hij laat zien dat de mensheid in de loop van haar evolutie verschillende stadia van bewustzijn (archaïsch, magisch, mythisch) heeft doorgemaakt die nog steeds latent in ons mentaal-rationele bewustzijn aanwezig zijn. Vedische zieners en mystici zijn diep gedoken in een a-rationele integrale bewustzijnsstructuur en zij ervoeren en belichaamden de spirituele dimensie van het leven en de eenheid van het al.
Drs. Theo van Leeuwen (1952) studeerde letteren (Sanskriet en Pali), filosofie en psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Vanaf 1975 tot 1978 was hij assistent in de vergelijkende wijsbegeerte en van 1980 tot 1984 wetenschappelijk medewerker Sanskriet aan de UvA. Hij was als docent filosofie, ethiek en transpersoonlijke psychologie verbonden aan de Haagse Hogeschool, de Nederlandse Academie voor Psychotherapie en de Yoga Academie Nederland. Sinds 1985 heeft hij een filosofische en dieptepsychologische praktijk. Hij is programmaraadslid van Filosofie Oost West.
Esther de Paauw
Eeuwenlang is de christelijke scheppingsleer gedomineerd door de creatio ex nihilo: de gedachte dat God de wereld vanuit het ‘niets’ heeft geschapen. In de strijd tegen de gnostiek formuleerde de vroege kerk een dogma dat Gods onafhankelijkheid ten opzichte van het kwaad, maar daarmee ook van de wereld waarborgde. De creatio ex nihilo is een exponent van een theïstisch godsbegrip, waarbij God als Almachtig Opperwezen oorsprong en heerser van de wereld is.
In de moderne wetenschap blijkt het universum echter een multidimensionaal complex zelforganiserend systeem te zijn, waarin niets op zichzelf bestaat, maar alles voor zijn bestaan en identiteit mede-afhankelijk is van het andere. De hedendaagse theologe Catherine Keller doordenkt wat deze multi-dimensionaliteit en inter-relationaliteit van een zelforganiserend universum betekenen voor de vraag naar God, maar ook voor onze plaats als mens in de wereld. In Face of the Deep, a theology of becoming (2003) werkt ze dit uit in een nieuwe scheppingstheologie waarin ze een complex panentheïstisch Godsbegrip ontwikkelt en tegenover de traditionele creatio ex nihilo een creatio ex profundis plaatst.
Creatio ex profundis staat voor een schepping vanuit de ‘diepte’, waarbij God de onherleidbare, heterogene, queer creatieve diepte is; de matrix van oneindige mogelijkheden van waaruit de wereld met al haar schepselen en verschijnselen steeds wordt voortgebracht. Keller verbindt daarbij onderdrukte en latent gebleven Bijbelse noties met filosofie, literatuur, kunst, genderstudies en kwantummechanica. Ze actualiseert daarmee niet alleen de christelijke scheppingsleer, maar laat ook zien hoe wij als mens met alles verweven zijn en welke ethische en politieke implicaties dat heeft.
Esther de Paauw (1984) studeerde theologie en filosofie in Leiden. Van 2011 tot 2020 was ze predikant in Leiderdorp. Sinds 2020 is ze predikant van de Protestantse Gemeente Wassenaar. Ze werkt aan de voorbereiding van een buitenpromotie waarin het werk van Catherine Keller een belangrijke rol zal spelen.