Luca Dugaro

Waagstuk en waagschaal

Het tragische als grondtrek van het leven en de religieuze dimensie van de Griekse tragedie

  • Datum: vrijdag 12 december 2025
  • Tijd: 11:00–17:00 uur
  • Sprekers: Paul Cobben, Joris Raven en Jesse Doornenbal
  • Locatie: Universiteit Leiden, Lipsius-gebouw, zaal 011 (Cleveringaplaats 1)
  • Toegang: Vrij. Aanmelden is niet nodig.
  • Breng voor de koffieautomaat uw eigen beker mee.

Het tragische vormt een grondtrek van ons bestaan. Het wijst op de onontkoombare spanning tussen menselijke vrijheid en de grenzen die het lot, de tijd en de sterfelijkheid stellen. De Griekse tragedie is een articulatie van deze ervaring. Zij was niet enkel een esthetisch gebeuren, maar was in wezen een religieuze handeling waarin de gemeenschap haar verhouding tot het goddelijke doordacht en doorleefde. Het tragische werd zo tot een moment van openbaring: de mens herkende zichzelf in de paradox van principieel onbegrensde handelingsmogelijkheden waarbinnen een begrensde keuze moet worden gemaakt, waarmee begrenzingen juist in gang worden gezet. Een filosofische en religiewetenschappelijke herontdekking van het tragische als grondtrek van het bestaan en de religieuze dimensie van de Griekse tragedie greep plaats in de 19e en 20e eeuw. De Griekse tragedie laat zich dan lezen als een openbaring van de spanning tussen leven en dood, orde en chaos, mens en god, individu en gemeenschap. Hoe Hegel, Nietzsche en Kerényi de dialoog aangaan met deze thematiek, daarover buigen we ons tijdens dit symposium.

Eerst bespreekt Paul Cobben hoe de Griekse tragedie, met name Sophokles’ Antigone, in belangrijke mate het denken van Hegel heeft bepaald. Vervolgens verkent Joris Ravende religieuze context van de Griekse tragedie in het algemeen en de Antigone in het bijzonder aan de hand van Kerényi’s duiding van de mythe en cultus rondom Dionysus. Tot slot belicht Jesse Doornenbal Nietzsches interpretatie van de Griekse tragedie en Zarathoestra als ‘profeet van Dionysus’.

11:15Opening door dagvoorzitter André van Delft
11:30Paul Cobben – Hegels duiding van de goddelijke wet
12:30Lunchpauze
13:30Joris Raven – In Dionysus’ naam
14:30Pauze
15:00Jesse Doornenbal – De goddelijke tragedie
16:00Plenaire discussie

Paul Cobben

Hegels duiding van de goddelijke wet

Paul Cobben bespreekt hoe de Griekse tragedie het denken van Hegel heeft bepaald. Hegel noemt Sophocles’ Antigone het mooiste kunstwerk dat hij kent. Uit zijn filosofie blijkt dan ook hoe diep dit kunstwerk hem heeft geraakt. De tegenstelling tussen de goddelijke en de menselijke wet, die in de tragedie centraal staat, vormt een rode draad door het denken van Hegel. In deze lezing zal worden verhelderd welke betekenis Hegel geeft aan de goddelijke wet als een fundamentele keerzijde van de menselijke wet. Terwijl de menselijke wet kan worden verbonden met autonomie en de poging om de werkelijkheid instrumenteel te beheersen, articuleert de goddelijke wet juist de menselijke eindigheid.

Paul Cobben is emeritus hoogleraar geschiedenis van de moderne en hedendaagse wijsbegeerte aan de Universiteit van Tilburg en gastdocent en onderzoeker aan de Vrije Universiteit. Hij is een grondige kenner van het denken van Hegel, dat hij zowel bekritiseert als actualiseert.

Joris Raven

In Dionysus’ naam

Joris Raven verkent het verband tussen Dionysus en de Griekse tragedie in het algemeen, en Sophocles’ Antigone in het bijzonder. Zijn lezing verdiept in eerste instantie de religieuze context van de Griekse tragedie: de mythe en cultus rondom Dionysus. Daarnaast wordt ten aanzien van de tragedie, en in het bijzonder met betrekking tot de Antigone, de vraag gesteld welk rechtvaardigheidsbegrip hier speelt. Het onderzoek van de twintigste-eeuwse religiewetenschapper Karl Kerényi blijkt een inspirerende gids te zijn in het ontsluiten van het ‘dionysische paradigma’. Niet alleen biedt Kerényi inzicht in de religieuze dimensie van de Griekse tragedie en de Antigone, maar ook in de ‘dionysische dialectiek’ van ons tragische bestaan.

Joris Raven promoveerde aan de Erasmus Universiteit op een proefschrift over het menselijk bestaan in een nieuwe technologische tijdruimte. Zijn huidige onderzoek richt zich met name op het denken van Heidegger, fenomenologie en existentiefilosofie, spiritualiteit en alternatieve werkelijkheidservaringen.

Jesse Doornenbal

De goddelijke tragedie

Jesse Doornenbal verkent de religieuze dimensie van de Griekse tragedie en de invloed daarvan op het denken van Nietzsche. Zijn atheïsme, dat zou afrekenen met ieder vermoeden van het goddelijke, komt daarmee in een ander licht te staan. Is er dan toch iets goddelijks te vinden bij de denker die God doodverklaarde? Nietzsches levensfilosofie blijkt geïnspireerd door de tragische religiositeit van de Grieken. Door het noodlot te omarmen, kan de tragische held zichzelf overstijgen en verbinden met het bovenpersoonlijke leven. Dit motief keert terug bij Nietzsches literaire personage Zarathoestra, die begrepen kan worden als profeet van Dionysus.

Jesse Doornenbal is docent aan het Instituut voor Politieke Wetenschap en buitenpromovendus aan het Instituut voor Wijsbegeerte aan de Universiteit Leiden. In zijn onderzoek richt hij zich op de filosofische, maatschappelijke en spiritueel-existentiële consequenties van wat Nietzsche de ‘dood van God’ noemt.